In het KNAW-rapport ‘Elfduizend vragen in perspectief’ schrijft de jury voor de geesteswetenschappen kritisch over de grenzen van ‘wetenschapsbeleid-door-volksraadpleging’. Er werden dan wel relatief veel vragen op het gebied van taal en muziek gesteld, maar minder of geen, zo stelt de jury vast, op het gebied van bijvoorbeeld film, televisie, letterkunde of archeologie. Kennelijk zijn er veel vragen bij het publiek over het wat, hoe en waarom van taal en muziek.
Het is echter opvallend dat in de door de jury geformuleerde 248 overkoepelende vragen bij herhaling het label ‘taal’ wordt genoemd, maar dat ‘muziek’ consequent onder de noemer ‘kunst’ wordt gesorteerd. (Van de 64 vragen met het label ‘muziek’ bleef er uiteindelijk geen een over. Ter vergelijking: het label ‘taal’ komt negen keer voor in de overkoepelende vragen.)
Maar is muziek niet meer dan kunst alleen, net zoals taal dat is? Naast een dankbaar onderwerp voor kunsthistorisch onderzoek, heeft muziek een veelheid aan sociale, culturele en cognitieve kanten die ons belangrijke inzichten kunnen geven over de rol en functie van muziek in onze cultuur, van muziekfestival tot muziekindustrie, en van muziekeducatie tot muziektherapie. Wat dat betreft is het bij taalkundigen veel gewoner om vanuit verschillende invalshoeken naar het onderwerp taal te kijken. Taal wordt niet alleen bestudeerd als kunst, maar is ook het onderwerp van tweede taal verwerving, taalverandering, neerlandistiek, psycholinguïstiek en computationele linguïstiek, om maar enkele vakgebieden te noemen.
Het lijkt er echter op dat de door het publiek en verschillende academische en maatschappelijke instanties geformuleerde vragen door de verschillende jury’s geordend zijn met de bestaande universitaire structuur, en bijbehorende disciplines, in het achterhoofd.
Dat is niet noodzakelijkerwijs een verstandig idee. Die structuur is ook maar een uitkomst van allerlei politieke en strategische beslissingen in het verleden. Daarnaast blijven de grote veranderingen en vernieuwingen zich bij herhaling afspelen op onderwerpen waarbij verschillende disciplines samenwerken, vaak over de faculteiten heen. Interdisciplinair onderzoek dus.
Ik hoop dan ook dat de uiteindelijke thema’s met open vizier worden vastgesteld, kijkend naar wat er feitelijk gevraagd wordt door de vragenstellers, en dat de jury de bestaande academische structuren even laat voor wat ze zijn.
Het KNAW juryrapport is hier te vinden.
De Nationale Wetenschapsagenda is hier te vinden.