"Querétaro, Mexico, 31 oktober 2011. Op een bord aan de muur van de nachtverblijven staan de instructies voor de dierenverzorgers van het Instituto de Neurobiología. De met zwarte en groene viltstift geschreven boodschappen van de onderzoekers zijn ondertekend met een zwierig ‘Gracias’ (Bedankt). Ze gaan over het wekelijkse voederschema, de waterdosering en de regulering van het licht. Dit alles is nauwkeurig vermeld in tabellen en to-do-lijstjes.
[De tekst loopt door onder de video's]
In de naastgelegen controlekamer is op een kleine zwart-witmonitor een resusaap te zien die zojuist aan zijn dagtaak is begonnen. Zijn naam is Yko. Hij bedient een joystick terwijl hij naar een scherm kijkt en aan een rietje zuigt. Het korrelige zwart-wit beeld op de monitor in de controlekamer doet me denken aan het film- en fotomateriaal van de eerste experimentele ruimtevluchten. Als kind zag ik beelden van een resusaap in een ruimtepak, vastgeriemd in een stoel en passief wachtend op wat komen ging. Maar Yko wacht niet af: hij speelt zeer gemotiveerd een computerspelletje.
Op een tweede beeldscherm zijn in close-up de grote, heldere ogen en de beweeglijke wenkbrauwen van de spelende resusaap te zien. Een wit kruisje op zijn zwarte pupil bevestigt dat het eyetrackingsysteem zijn blikrichting moeiteloos volgt. Zijn ogen gaan snel heen en weer, om de figuren op het computerscherm te volgen. Ze verschijnen op wisselende posities op het scherm en hebben verschillende kleuren en groottes. Met de joystick beweegt Yko behendig in de richting van de ene dan wel de andere figuur. Hij heeft geleerd bij een kort geluid met de joystick in de richting van een blauwe cirkel te bewegen en bij een lang geluid naar een oranje cirkel. Kinderen doen vergelijkbare spelletjes om punten te scoren en hogere niveaus te bereiken. De resusapen in dit lab doen alles voor Tang, een sinaasappeldrank die ook bij Mexicaanse kinderen populair is. Het staat in een laboratoriumfles hoog op een plank om de hoek van de experimenteerruimte. Met een doseersysteem wordt steeds een precieze hoeveelheid afgegeven die de resusaap via een rietje krijgt aangereikt. Je hoort in de controleruimte steeds het klikken van de doseerpomp als het juiste antwoord is gegeven. Tenminste, als Yko de slag te pakken heeft, ongeveer elke tien seconden.
De resusaap die waarschijnlijk zal meedoen aan ons nieuwe luisterexperiment is veel gewend. Hij is nu zeven jaar oud, maar was twee toen hij door het lab gekocht werd van een Noord-Amerikaans lab. Hij heet Capi, een afkorting van El Capitán (De Kapitein), omdat hij vaak zijn hand tegen zijn wenkbrauw houdt, alsof hij salueert. Hij blijkt te zijn opgeklommen tot alfaman in een groep van vier resusapen die hier dagelijks drie à vier uur gedragstaken uitvoeren. Ze worden elke ochtend gewogen en naar de experimenteerruimte gebracht, en keren aan het eind van de middag weer terug naar hun nachtverblijven. Het licht gaat daar ’s avonds uit en ’s ochtends weer aan. Het is structuur en regelmaat voor de resusapen. Eigenlijk voor alle primaten in het lab. De werktijden zijn voor iedereen van acht tot acht, met een lunchpauze rond drie uur. Zaterdags wordt er gewerkt van acht tot ongeveer twee uur. Alleen zondag is een vrije dag. De twee studenten die me om de beurt met de auto van een nabijgelegen hotel komen ophalen, vertelden me eerder al dat ze het opgelegde regime te strikt vonden, met weinig tijd voor familie of vrienden.
Capi krijgt vandaag een scheerbeurt. Dat is nodig omdat zijn stugge haren het maken van een elektro-encefalogram (EEG) bemoeilijken. Waar bij mensen wat geleidende gel en een pleister voldoende is, glijdt een elektrode er bij een resusaap bij de kleinste beweging zo weer af. Met een fel blauw wegwerpscheermesje scheert Ramón Capi’s rechteroor, waarop later de referentie-elektrode wordt geplakt. Een beetje versuft door de ketamine laat Capi het toe. Het ziet er vertederend en tegelijkertijd verontrustend uit. Z’n oor wordt geschoren omdat ik dat wil, niet hij.
Het is voor het eerst dat ik Capi van dichtbij kan bekijken zonder dat hij onrustig wordt van mijn aanwezigheid. Al zie je aan zijn aangezichtsspieren dat hij wat suf is, hij volgt alle bewegingen om zich heen. De zachte witte haartjes op zijn oor laten zich gemakkelijk verwijderen. En na het wegscheren van de stuggere, groengele hoofdharen blijft een donzig witte onderlaag over, dun genoeg om straks de eeg-elektrodes met wat medische tape op vast te plakken.
De schedel van een resusaap is niet alleen veel kleiner, maar ook veel platter dan ik mij had voorgesteld, ongeveer als van een volwassen kat. Hugo laat me een stukje zien. Hij heeft het verwijderd bij een andere resusaap. Het is een stukje schedeldak ter grootte van een luciferdoosje. Het verwijderen van een stukje bot is nodig voor de meetmethode die gewoonlijk in laboratoria als dit wordt toegepast, waarbij enkele elektrodes via een katheter in de hersenen worden ingebracht.
Capi, die nog steeds rustig in zijn stoel zit, doet me een beetje denken aan Paco met z’n knokige koppie, een Siamese kat die ik ooit had. Ik moet me dan ook inhouden om Capi niet even over zijn kop te aaien. De verdoving verliest, zoals verwacht, snel zijn werking. Capi’s grote ogen kijken weer even alert als voorheen. Ook zijn bek met scherpe hoektanden spant zich weer aan. Niet voor niets draagt Ramón leren handschoenen als hij Capi van zijn kooi naar de stoel leidt.
Ik ga op ooghoogte naast Capi zitten en spreek hem vriendelijk toe, zoals ik dat met een kat of klein kind ook zou doen. Het wordt al snel duidelijk dat dat geen goed idee is. Capi reageert met angstige grommende geluiden. Geschrokken doe ik een paar stappen achteruit. Ramón moet lachen om m’n reactie en stelt me gerust dat het niet mijn vriendelijke woorden zijn die Capi onrustig maken, maar mijn directe blik."