Thursday, September 11, 2025

Was het vroeger allemaal anders? [Dutch]

[N.B. Column uit 2005]  

De faculteit verplicht vanaf heden iedere medewerker alleen nog maar te schrijven met een balpen van het merk Bic. De argumenten zijn: ze schrijven net zo goed als andere pennen, zijn een stuk goedkoper, behoeven zo goed als geen onderhoud, en mocht er dit toch nodig zijn dan heeft de faculteit een geolied team van Bic-experts in dienst. Vulpennen en potloden mogen niet meer gebruikt worden. Alleen na uitzonderlijke toestemming mag een medewerker zijn vulpen gebruiken maar onder de voorwaarde alleen op eigen papier te schrijven (‘inktvlekken zijn voor eigen risico; Bic’s vlekken niet’ zo zegt de ondersteunende afdeling).  

Leest dit als een knullig fantasieverhaaltje? Vervang de Bicpen door een Windows-computer en de vulpen door bijvoorbeeld een Apple-computer en het voorbeeld beschrijft het huidige ICT-beleid van de faculteit.  Wat is hier nu zo irritant aan? Dit soort beleid stamt uit een tijd dat een computer iets onbeheersbaars was, iets waar alleen bèta’s in stofjassen aan mochten komen. We zijn inmiddels zo’n dertig jaar verder en de computer heeft een belangrijke en soms haast persoonlijke plaats in onze dagelijkse denk- en werkruimte ingenomen. Een privédomein waaraan je specifieke en persoonlijke eisen stelt. Een werkgever die de inrichting en de mogelijke bewegingen in deze denk- en werkruimte bepaalt is niet meer van deze tijd. 

Een voorbeeld. In mijn muziekonderzoek speelt de computer een grote rol. Naast een belangrijke rol in theorievorming wordt de computer regelmatig ingezet voor online internetexperimenten. Het formaat dat voor de geluidsvoorbeelden gebruikt wordt is MPEG4 (een internationale standaard die hoge geluidskwaliteit garandeert via zowel modem als DSL). Deze standaard wordt echter om strategische redenen (Microsoft wil zijn eigen standaards promoten) niet ondersteund op Windows-computers. De experimenten kunnen dus niet door de studenten en medewerkers op UvA-computers uitgevoerd worden. Met als concreet gevolg dat weinig studenten en medewerkers musicologie meedoen aan het onderzoek. 

Dit soort restricties als gevolg van beleidskeuzes heeft zo z’n gevolgen. De trend die je ziet ontstaan is dat studenten en medewerkers UvA-DSL nemen en thuis in alle vrijheid hun laptop inrichten zoals zij dat willen. En aangezien een laptop niet aangesloten mag worden op het interne UvA-netwerk wordt zo het thuiswerken extra gestimuleerd (en onderhoud en beheer een privézaak). 

Het beleid heeft echter ook grotere gevolgen dan irritaties bij studenten en medewerkers. Wederom een voorbeeld. Bij de onderhandelingen over een recentelijk toegekend onderzoeksproject van de EU met een grote technologische component, is om o.a. infrastructurele redenen besloten het project niet bij de faculteit geesteswetenschappen (FGw) maar bij de bèta wetenshcappen (FNWI) te plaatsen. Dat is erg jammer en het kan het onderzoek en onderwijs bij de FGw alleen maar verarmen. 

Mijn (ongevraagd) advies is dan ook: leg overal in de faculteit WiFi aan, geef iedere studenten een high-tech laptop (met flinke korting), en laat iedereen vrijelijk experimenteren en downloaden. Mijn voorspelling: binnen twee jaar zijn er geen vaste computers én geen ondersteuning meer nodig, net zo min als er ooit een afdeling vulpennen-beheer nodig was. 

Henkjan Honing (Amsterdam, April 2005)

Tuesday, September 02, 2025

Are there controversies in pitch and timbre perception research? [in 333 words]

European Starling (Sturnus vulgaris)

At the heart of human musicality lie fundamental questions about how we perceive sound. In the coming academic year our group will dedicate several meetings on exploring and clarifying the spectral percepts that might underlie musicality with an agenda set around some enduring controversies. These span the roles of learning, culture, and cross-species comparisons, as well as evolutionary explanations for why music holds such sway over human minds. 

Among the most debated topics is the relationship between pitch and timbre perception. Both pitch and timbre are percepts: mental constructs arising from acoustic input. In humans, pitch perception is central to melodic recognition. When we hear a melody, we tend to identify it by its sequence of relative pitches—hearing it as the “same” tune regardless of changes in timbre, loudness, or duration. This reliance on relative pitch is a cornerstone of human music cognition. 

But is pitch such a universal perceptual anchor? For years, researchers assumed so, pointing to songbirds as an obvious parallel. Birds, it was thought, must also use pitch cues, though often in the form of absolute rather than relative pitch. Yet recent evidence complicates this narrative. In a striking study, Bregman et al. (2016) reported that European starlings do not, in fact, rely on pitch when recognizing sequences of complex harmonic tones. Instead, they appear to attend more closely to spectral shape, or the broader distribution of energy across frequencies. 

This finding raises a further question: is it really the spectral envelope (i.e. spectral shape) that matters, or something more subtle? Because the methods used—particularly contour-preserving noise vocoding—leave open another possibility: birds may actually be attuned to fine spectral-temporal modulations, the intricate contours woven into sound. Such results remind us that perceptual categories humans take for granted may not map cleanly onto other species, and that the universality of pitch as a cognitive anchor remains an open, and fascinating, controversy (cf. Patel, 2017; ten Cate & Honing, 2025). 

N.B. These entries are part of a new series of explorations on the notion of Spectral Percepts (in 333 words each). 

Bregman, M. R., Patel, A. D. & Gentner, T. Q. (2016). Songbirds use spectral shape, not pitch, for sound pattern recognition. Proceedings of the National Academy of Sciences, 113(6), 1666–1671. doi: 10.1073/pnas.1515380113 

Patel, A. D. (2017). Why Doesn’t a Songbird (the European Starling) Use Pitch to Recognize Tone Sequences? The Informational Independence Hypothesis. Comparative Cognition & Behavior Reviews, 12, 19–32. doi: 10.3819/CCBR.2017.120003 

ten Cate, C. & Honing, H. (2025). Precursors of music and language in animals. In D. Sammler (Ed.), The Oxford Handbook of Language and Music. Oxford University Press. doi: 10.1093/oxfordhb/9780192894700.001.0001