Over al deze zaken werd er stevig gediscussieerd tijdens de BètaBreak van 18 november j.l. met Michiel Schuijer (Muziektheoreticus, lector aan Conservatorium van Amsterdam), Henkjan Honing (hoogleraar Muziekcognitie aan de UvA) en Jan van de Craats (hoogleraar Wiskunde aan de UvA). Enkele van de referneties die genoemd worden staan hieronder (Plomp & Levelt, 1965; Savage et al., 2015).
De benadering van muziek als een natuurkundig of wiskundig verschijnsel heeft als mogelijke valkuil om naast geluidsleer een soort getallenleer te worden. Alsof harmonische, mooie of ‘juiste’ muziek door de natuur bepaald of zelfs afgedwongen wordt. Er klinkt iets in terug van het, in steeds wisselende gedaantes terugkerende Oudgriekse idee van een ‘harmonie der sferen’, het idee dat de wiskundige structuur van muziek iets zou kunnen onthullen over de natuur zelf. Of omgekeerd: dat een elegante formule die de code van de muziek van vermaarde componisten (denk aan Bach) weet te kraken en de onderliggende getallenstructuur ervan blootlegt, ons kan laten zien hoe mooi, hoe ‘natuurlijk’ die muziek is. Maar al Pythagoras’ ideeën over consonantie in termen van heeltallige ratio’s ten spijt: een hedendaagse, zorgvuldig maar allesbehalve heeltallig gestemde piano wordt door opvallend weinig mensen als ‘vals’ ervaren. Het is de eeuwenoude tegenstelling tussen muziek opgevat als getal en muziek als empirisch feit (cf. Pythagoras versus Aristoxenus). Muziek huist niet zozeer in het geluid of in het getal, maar eerder in het hoofd van de luisteraar (Honing, 2012).



No comments:
Post a Comment